Waterstof-ambassadeur naar Groningen
Deze maand is waterstof-ambassadeur professor doctor Ad van Wijk bij New Energy Coalition begonnen aan de opdracht om de positie van Noord-Nederland als de waterstofregio te behouden en verder te versterken. Samen met Gasunie en de Provincie Groningen heeft New Energy Coalition Van Wijk naar Groningen weten te halen om te werken aan de waterstof ambities. Van Wijk pleit al enige tijd voor een noordelijke waterstofeconomie; hij wordt dan ook gezien als de ideale ambassadeur.
Van Wijk, deeltijd professor Future Energy Systems aan de TU Delft, zal twee dagen in de week werken aan de beste condities om de noordelijke waterstofeconomie vorm te geven. Hij gaat werken aan een waterstof-roadmap waarin onder andere adviezen, Europese subsidies en overzichten van wettelijke kaders en vereiste aanpassingen van bestaande wet- en regelgeving aan bod komen. Verder werkt Van Wijk aan een thematisch programma om de vele waterstofprojecten in het Noorden op gang te krijgen. Van Wijk: “Noord-Nederland heeft een unieke positie om de groene waterstofeconomie in Europa als een van de eersten te ontwikkelen.”
Ambassadeur
Van Wijk staat bekend als voorstander van een noordelijke waterstof economie en beschikt over ingangen bij overheden, kennisinstellingen en bedrijven. Als deeltijd professor Future Energy Systems beschikt hij over een brede en diepgaande kennis over energiesystemen en heeft tevens uitgebreide ervaring met grootschalige duurzame energie en industrie. Daarnaast heeft Van Wijk als voormalig CEO van Econcern uitgebreide ervaring in investeringen in duurzame energie en de ontwikkeling van de Nederlandse energiesector. Kortom, het maakt hem de juiste man om aan de noordelijke waterstofambities de juiste impulsen te geven.
Gertjan Lankhorst, algemeen directeur New Energy Coalition: “Wij zijn verheugd dat professor van Wijk zijn inspanningen om de waterstofeconomie op gang te brengen, kan voortzetten vanuit New Energy Coalition. Hiermee wordt weer een belangrijke stap gezet om Groningen verder te ontwikkelen als hét kenniscentrum van de energietransitie.”